In dit README-bestand worden de parameters voor de CD-ROM-stuurprogramma's
en CD-ROM-software beschreven voor DOS en OS/2.


 ÚÄÄÄÄÄÄÄ¿
 ³  DOS  ³
 ÀÄÄÄÄÄÄÄÙ

     Als het CD-ROM-stuurprogramma op de computer wordt ge‹nstalleerd,
     past het installatieprogramma (UINSTALL.EXE) de bestanden
     CONFIG.SYS en AUTOEXEC.BAT automatisch aan, zodat de computer
     het CD-ROM-station kan gebruiken.

  1) Parameters van het stuurprogramma IBMTPCD.SYS

     Voor het stuurprogramma IBMTPCD.SYS moet de volgende regel worden
     opgenomen in het bestand CONFIG.SYS:


      DEVICE=[station:][pad]IBMTPCD.SYS /R [/C] [/S]


     Dit is de instructie voor het CD-ROM-stuurprogramma.
     Deze regel moet worden ingevoegd n… de EMM386-instructie.

      [station:][pad]IBMTPCD.SYS
          Hiermee wordt de plaats (station en directory) en de bestandsnaam
          van het stuurprogramma opgegeven.

      /R
          Hiermee wordt het residente stuurprogramma ingeschakeld. Het
          CD-ROM-stuurprogramma kan daardoor in het geheugen van de
          computer worden geladen zelfs wanneer het CD-ROM-station niet
          bij het opstarten van de computer is ge‹nstalleerd. Als u deze
          optie niet wilt inschakelen, laat u /R weg.

      [/C]
          Hiermee wordt een sector-cache in het EMS-geheugen ingesteld.
          Als deze parameter wordt gebruikt, wordt de cache-grootte
          ingesteld op 512 sectoren. Als u deze optie instelt, zorg er dan
          voor dat er geen 'NOEMS'-optie in de EMM386-instructie voorkomt.

      [/S]
          Hiermee wordt de energiebesparende werkstand uitgeschakeld.
          Als u DOS samen met een ander besturingssysteem gebruikt
          (bijvoorbeeld met OS/2 op een dual boot-systeem),
          moet u de energiebesparende werkstand met deze parameter
          uitzetten.

  2) Parameters voor MSCDEX (Microsoft CD-ROM Extensions)

     Microsoft CD-ROM Extensions (MSCDEX.EXE) is een uitvoerbaar programma
     voor MS-DOS (versie 3.1 of hoger) dat samen met het stuurprogramma
     IBMTPCD.SYS de toegang tot CD's in het CD-ROM-station regelt.

     De syntaxis van MSCDEX.EXE in AUTOEXEC.BAT is:


      [station:][pad]MSCDEX.EXE /D:TPCD001 [/M:n][/E][/V][/L:x]


      [station:][pad]MSCDEX.EXE
          Hiermee wordt de plaats (station en directory) van het
          bestand MSCDEX.EXE opgegeven.

      /D
          Hiermee wordt de naam opgegeven van het CD-ROM-station (TPCD001).

      [/M:n]
          Hiermee wordt het aantal sectorbuffers voor de tijdelijke
          opslag van de meest recente schijfgegevens opgegeven. Als
          u bijvoorbeeld 8 sectorbuffers wilt opgeven, gebruikt u de
          volgende instructie:

              C:\MSCDEX.EXE /D:TPCD001 /M:8

          UINSTALL stelt de waarde automatisch in op 15.
          De standaardwaarde van MSCDEX is 4.

      [/E]
          Hiermee wordt opgegeven dat de computer XMS-geheugen
          moet gebruiken, indien beschikbaar.

      [/V]
          Hiermee wordt bij het opstarten een overzicht van de
          RAM-toewijzingen en het gebruik van het XMS-geheugen op het
          beeldscherm weergegeven.

      [/L:stationsletter]
          Hiermee wordt de stationsletter opgegeven die aan het
          CD-ROM-station wordt toegewezen. Geef geen stationsletter op
          die al door een bestaand station wordt gebruikt, anders heeft
          de computer geen toegang tot het CD-ROM-station.

  3) SMARTDRV-cache voor PhotoCD en CD-i

      Als u DOS SMARTDRV-cache gebruikt en gebruik wilt maken van
      Photo CD's of multi-sessie-CD's, dan moet u de parameter /U
      toevoegen aan de SMARTDRV-instructie in het bestand AUTOEXEC.BAT.
      Photo CD's en multi-sessie-CD's zijn namelijk niet compatibel met de
      SMARTDRV-cache.

      Als u CD-i's wilt afspelen in Windows 3.11, kunt u voor de cache
      geen gebruik maken van SMARTDRV versie 5.0 of 5.1 die bij PC DOS
      versie 7.0 wordt geleverd.


 ÚÄÄÄÄÄÄÄ¿
 ³  OS/2 ³
 ÀÄÄÄÄÄÄÄÙ

     In dit gedeelte vindt u de parameters voor het CD-ROM-stuurprogramma
     voor OS/2 die in het bestand CONFIG.SYS worden opgenomen.

  1) Stuurprogramma OS2CDROM.DMD (Apparaat)

      DEVICE=OS2CDROM.DMD [Opties]

      Dit is het CD-ROM-stuurprogramma.

       De volgende opties zijn beschikbaar:

      [/V]
        Hiermee worden tijdens de installatie berichten afgebeeld.

      [/Q]
        Hiermee worden tijdens de installatie geen berichten afgebeeld.

  2) Stuurprogramma IBMIDECD.FLT

      BASEDEV=IBMIDECD.FLT [Opties]

      Dit is het IDE-stuurprogramma voor ATAPI-apparaten.

       De volgende opties zijn beschikbaar:

      [/V]
        Hiermee worden berichten tijdens de installatie op het beeldscherm
        weergegeven.

  3) CDFS (IFS)

      IFS=[station:][pad]CDFS.IFS [Opties]

      Dit is het ISO9660/HSG-bestandssysteem voor OS/2. Alle
      gegevens van de CD worden met deze bestandsindeling opgenomen.

       De volgende opties zijn beschikbaar:

      [/C:n]
        Hiermee wordt het aantal segmenten van 64 kB ingesteld
        dat wordt gebruikt voor de sector-cache. De standaardwaarde
        is 2.

      [/M:n]
        Hiermee wordt het maximum aantal bestandssectoren ingesteld
        dat in ‚‚n keer wordt gelezen. De standaardwaarde is 8.

      [/V]
        Hiermee worden tijdens de installatie berichten afgebeeld.

      [/Q]
        Hiermee worden tijdens de installatie geen berichten afgebeeld.